Doopsgezinde Kerk

Dit elegante met zogenaamde ´stomme´ pijpen gevulde orgelfront is van Johannes Christof Deytenbach. Het onttrekt een door hem in 1819 geplaatst kabinetorgel aan het zicht. Achter ditzelfde front zetten Pieter Flaes en Georg Diederich Brünjes in 1867 een geheel nieuw orgel. Het kabinetorgel wordt te koop aangeboden. In 1951 en daarna is het instrument gewijzigd. De restauratie in 1973 door de orgelmakers Adema-Schreurs maakt deze wijzigingen grotendeels weer ongedaan.

 

Het orgel heeft 8 registers verdeeld over hoofdwerk (5) en nevenwerk (3). Het pedaal is aangehangen.

Hoofdwerk (I)
C-f3
Prestant 8'
Octaaf 4'
Kwint 3'
Octaaf 2'
Cornet D 4 st.
Nevenwerk (II)
C-f3
Holpijp 8'
Salicionaal 8'
Roerfluit 4'
Pedaal (aangehangen)
C-c1