Grote of Sint Laurenskerk

Dit imposante orgel is in 1646 voltooid door Germer van Hagerbeer, daarbij geassisteerd door zijn vader Galtus en halfbroer Jacobus. Het ontwerp van de kas komt uit het atelier van Jacob van Campen.

In 1725 is het instrument ingrijpend gewijzigd door Franz Caspar Schnitger. In de bestaande kassen bouwt hij een geheel nieuw orgel, waarbij hij veel pijpen van Van Hagerbeer gebruikt. In de eeuwen daarna zijn verschillende onderdelen gewijzigd of vervangen door een reeks van orgelbouwers. In 1987 is het orgel geheel gerestaureerd door Flentrop Orgelbouw. De dispositie is toen geworden zoals Schnitger dat in 1725 bedacht.

 

Het orgel heeft 56 registers verdeeld over hoofdwerk (13), rugwerk (15), bovenwerk (15) en pedaal (13).

Hoofdwerk (II)
C-d3
Praestant 16'
Praestant 8'
Praestantquint 6'
Octaav 4'
Quinta 3'
Octaav 2'
Flachfluit 2'
Ruyschpyp 2 st.
Tertiaan 2 st.
Mixtuur 6 st.
Trompet 16'
Viool de Gamba 8'
Trompet 4'
Rugpositief (I)
C-d3
Praestant Dd 8'
Quintadena 8'
Octaav 4'
Fluit 4'
Quintfluit 3'
Nasaat 3'
Superoctaav 2'
Waldfluit 2'
Quintanus 1 1/2'
Sexquialtra 2 st.
Mixtuur 5-6 st.
Cimbel 3 st.
Trompet 8'
Fagot 8'
Vox Humana 8'
Bovenwerk (III)
C-d3
Praestant 8'
Baarpyp 8'
Rohrfluit 8'
Quintadena 8'
Octaav 4'
Open Dous 4'
Spitsfluit 3'
Superoctaav 2'
Speelfluit 2'
Sexquialtera 2 st.
Scherp 4 st.
Cimbel 3 st.
Trompet 8'
Hautbois 8'
Vox Humana 8'
Pedaal
C-d1
Principaal 22'
Praestant 16'
Rohrquint 12'
Octaav 8'
Quinta 6'
Octaav 4'
Nachthoorn 2'
Ruyschpyp 3 st.
Mixtuur 8 st.
Basuin 16'
Trompet 8'
Trompet 4'
Cornet 2'