Recente demonstratie van het unieke Van Hagerbeer/Schnitgerorgel:
Historie en beschrijving
©Frank van Wijk, Bergen (NH), 2001
In 1638 krijgt orgelbouwer Levijn Eekman uit Amsterdam de opdracht om de twee koororgels van de St. Laurenskerk tot een groter instrument samen te voegen. Na diens vroegtijdig overlijden nemen de befaamde Hollandse orgelbouwers Galtus, Germer en Jacobus van Hagerbeer zijn taak over. In 1639 besluit men echter een geheel nieuw drieklaviers orgel te bouwen met 31 registers. De befaamde schilder/architect Jacob van Campen(1595-1665) ontwerpt het front in classicistische stijl. De Alkmaarse schilder Caesar van Everdingen (ca. 1617-1678) krijgt de opdracht om de grote orgelluiken te beschilderen met de Bijbelse voorstelling “De triomf van Koning Saul na de overwinning van David op Goliath” (naar I Samuel 18:6-7). Het instrument, dat als pronkstuk beschouwd werd van de Hollandse orgelbouwkunst in de 17e eeuw, werd voltooid in 1646. De dispositie (naar Havingha, 1727) na herstellingen en uitbreidingen door Jacobus van Hagerbeer in 1652-53 is te vinden in de Engelse tekst.
In 1685 en 1704 wordt er nog door de gerenommeerde Amsterdamse orgelmakers Duytschot aan het orgel gewerkt. Als in 1722 Gerhardus Havingha (1696-1753) uit Groningen tot stadsorganist wordt benoemd weet hij het Alkmaarse stadsbestuur in korte tijd te overtuigen van de noodzaak van een grootscheepse renovatie. De opdracht wordt gegeven aan de Noord-Duitse orgelbouwer Frans Caspar Schnitger (1692-1729), van wiens werk Havingha een vurig pleitbezorger was. Tussen 1723 en 1725 verrijst achter het (ongewijzigde) front van Jacob van Campen een groot driemanualig orgel met 56 registers in Noord-Duitse stijl. Ondanks het buitengewoon lovende keuringsrapport werd deze renovatie in de Republiek sterk bekritiseerd en leverde een verhitte polemiek op tussen Havingha en zijn opponenten, die de klassieke Hollandse orgelbouwtradities verdedigden. De gepubliceerde reacties op Havinga’s boek “Oorspronk en Voortgang der Orgelen, met de voortreffelijkheid van Alkmaars Groote ORGEL” uit 1727 van Jacob Wognum en Eneas Veldcamps getuigen hiervan. Schnitgers vernieuwing van het Alkmaarse orgel zou echter belangrijke consequenties hebben voor de ontwikkelingen in de Hollandse orgelbouw in de 18e eeuw. Hierna zou het Alkmaarse orgel geen grootscheepse wijzigingen meer ondergaan.
In 1781-82 restaureerde en wijzigde orgelbouwer Johannes Strumphler uit Amsterdam het orgel, bij welke gelegenheid de kas door overschildering ook een ander aanzien kreeg. In de 19e eeuw werkten de orgelbouwers Van Gruisen (1823-24), Ypma (1843-44), Naber (1854) en Witte (1897-98) aan het orgel. Na een voor het orgel zeer bedreigende periode (1898-1946), restaureerde orgelbouwer D. A. Flentrop het orgel in 1947-49 op een voor die tijd zeer terughoudende wijze, waarbij herstel van de oorspronkelijke dispositie het uitgangspunt was. Na deze restauratie krijgt het orgel mede dankzij vele plaatopnames wereldfaam. In de zestiger jaren verslechterde de conditie van het orgel zodanig dat een nieuwe restauratie onvermijdelijk werd. Na een jarenlange voorbereidingsperiode van fondswerving en minutieus onderzoek werd in 1982 een grootscheepse restauratie gestart door Flentrop Orgelbouw, Zaandam. Uitgangspunt was een volledig herstel van het orgel volgens het concept van Schnitger. Het uiterlijk van de kas herkreeg, na grondig onderzoek, de oorspronkelijke 17e-eeuwse kleurstelling. Ook de luiken werden gerestaureerd. In juni 1987 werd het gerestaureerde instrument feestelijk in gebruik genomen en geniet sindsdien een wereldwijde reputatie. Als uitzonderlijk gaaf bewaard gebleven barokorgel getuigt het in zijn unieke klankschoonheid van het meesterschap van zijn makers!
Dispositie
Bovenwerk (III) | Rugpositief (I) | |||||
Praestant 8’ | 1646 | Praestant 8’ (Tr.II) | 1782 (front)/1646/1725 | |||
Baarpyp 8’ | 1685 | Quintadena 8’ | 1646 (1782/1949/1986) | |||
Rohrfluit 8’ | 1725 | Octaav 4’ | 1725 | |||
Quintadena 8’ | (1646)1725 | Nasaat 3’ | 1725 | |||
Octaav 4’ | (1646)1725 | Fluit 4’ | (1545/1646)1725 | |||
Fluit Dous 4’ | (1646)1725 | Superoctaav 2’ | 1725 | |||
Spitsfluit 3’ | 1725 | Quintfluit 3’ | 1646/1986 | |||
Superoctaav 2’ | 1646 | Waldfluit 2’ | 1646/1725/1986 | |||
Speelfluit 2’ | 1725 | Quintanus 1 ½’ | 1725/1986 | |||
Sexquialtera II | 1725 | Mixtuur V-VI | 1725 | |||
Scherp IV | 1725 | Sexquialtera II | 1725 | |||
Cimbel III | 1725 | Cimbel III | 1725 | |||
Hautbois 8’ | 1725 | Fagot 8’ | 1725 | |||
Vox Humana 8’ | 1725 | Vox Humana 8’ | 1725 | |||
Tremulant | Tremulant |
Groot Manuaal (II) | Pedaal | ||||||
Praestant 16’ | (1545)1646 | Principaal 22’ | 1646 | ||||
Praestant 8’ | 1646 | Praestant 16’ | 1646 | ||||
Praestantquint 6’ | 1646(1782/1986) | Rohrquint 12’ | (1545/1644)1725(1782/1949/1986) | ||||
Octaav 4’ | 1646 | Octaav 8’ | 1646 | ||||
Quinta 3’ | 1986 | Quinta 6’ | (1646)1725(1986) | ||||
Octaav 2’ | 1646 | Octaav 4’ | 1646 | ||||
Flachfluit 2’ | 1646/1725 | Nachthoorn 2’ | 1725 | ||||
Ruyschpyp II | 1646/1725 | Ruyschpyp III | 1725 | ||||
Tertiaan II | 1725 | Mixtuur VIII | 1725(1986) | ||||
Mixtuur VI | 1986 | Basuin 16’ | 1725 | ||||
Trompet 16’ | 1725 | Trompet 8’ | 1725 | ||||
Viool di Gamba 8’ | 1725 | Trompet 4’ | 1725 | ||||
Trompet 4’ | 1725(1986) | Cornet 2’ | 1725 |
Compass Manuals: C-d'''
Compass Pedal: C-d'
Manual couplers: Rp+GM, Rp+Bw, GM+Bw
Pedal couplers: P+Rp, P+GM (added to the specification of 1725)
Four cut-out valves
Pitch: a'=415 Hz
Equal temperament
Wind pressure: 76 mm
Registeroverzicht
Een registeroverzicht kunt u hier downloaden (pdf).
Data en makers van het pijpwerk
1545 | Claes Willemsz. (hergebruikt materiaal van het voormalige kleinere koor-orgel) |
1646 | Galtus, Germer en Jacobus van Hagerbeer |
1685 | Roelof Barentsz. en Johannes Duytschot |
1725 | Frans Caspar Schnitger |
1782 | Johannes Strumphler |
1949 | D.A. Flentrop |
1986 | Flentrop Orgelbouw |
Alkmaarse organisten (1639-2014)
Jacob Jansz. Crabbe, 1639-1670 | Johannes Wilhelmus Kranch, 1816-1836 |
Henrik Bakkerus, 1670-1684 | Jan Hendrik Anthonie Ezerman, 1836-1881 |
Gerhard van der With,1684-1690 | Jan Meindert Otto, 1881-1929 |
Jurriaan Jurriaansz. Buff, 1690-1691 | W. H. Slinger, 1929-1935 |
Johannes Kempher, 1691-1702 | P. Brommer, 1936-1940 |
Egbert Enno Veldcamps, 1702-1722 | Hendrik van Westrienen, 1940-1946 |
Gerhardus Havingha, 1722-1753 | P. Kist, 1946-1948 |
Adrianus Winkel, 1753-1765 | Simon C. Jansen, 1948-1952 |
Frederik Willem Michelet, 1765-1773 | Piet Kee, 1952-1987 |
Michael Körnlein, 1773-1806 | Hans van Nieuwkoop, 1990-2000 |
Cornelis Berghuijs, 1807-1816 | Pieter van Dijk, 2000- |
Voor een meer gedetailleerd overzicht van de geschiedenis van het Hagerbeer/Schnitger orgel (alleen in de engelse taal) klikt u op deze link.